donderdag 13 februari 2014

Van Cambodja naar Vietnam- 4638 km


 In Sihanoukville namen we afscheid van onze Franse vrienden en fietsten we weer met z'n tweeën verder richting de Vietnamese grens. Voordat we deze overstaken, hadden we een adresje vlakbij Kampot op een boerderij (Ashoka farm). Onderweg hiernaartoe hadden we dikke tegenwind, iets wat we al lang niet meer hadden gehad sinds Nederland, dus toen we eindelijk in Kampot aankwamen waren we doodmoe.
Phil, die we op een site voor fietsers hadden ontmoet (warmshowers), heeft hier een stuk grond gekocht en is bezig met het opzetten van een biologische boerderij, en wij konden hier een paar nachten slapen en wat helpen. Het ligt midden in de natuur buiten de stad en we sliepen in kleine hutjes. 's Avonds zag je alle sterren en we brachten onze dagen door met boomklimmen, vis vangen, fruit plukken en klusjes doen.We hebben hier ook een lokale specialiteit geprobeerd, namenlijk een gefrituurd eendenei waar de embryo nog in zit. Was een beetje gek idee, maar best lekker! Het was een superleuke ervaring om een paar dagen met deze familie door te brengen en te zien hoe ze zo simpel en dichtbij de natuur leefden.

Wandeling maken over de boerderij
Afscheid van de familie
Vanuit Kampot fietsten we in een half dagje naar Kep, een klein stadje aan zee, dat bekend staat om zijn krabmarket. We zaten de middag aan zee en in de avond aten we superlekkere krab met uitzicht op de zonsondergang. 
's Avonds logeerden we bij Justin, die we via Phil hadden ontmoet. Justin is een Amerikaan uit Kentucky, die hier al een aantal jaar woont en Engelse les geeft. 

Fietsen langs de kust bij Kep
Kep
Eten bij Justin
Natuurpark bij Kep
Na Kep fietsten we langs alle zoutplantages richting de grens. Een paar uen dollars later waren we in Vietnam! Het viel ons meteen op hoe goed de wegen hier zijn, superglad asfalt en bijna geen gaten, dus dat was wel lekker na de zandweggetjes van Cambodja. 

Mensen aan het werk op zoutplantage
Welcome to Vietnam
We fietsten een paar dagen door de Mekong-delta, waar de rivier splitst in allerlei zijriviertjes. Dat betekende veel bruggen (van supergrote constructies tot vervallen houten dingen waar je bijna niet overheen durft te fietsen) en af en toe een ferry. Met dit gladde asfalt raceten we naar Ho Chi Minh, een supergrote stad in het zuiden. Onderweg kwamen we langs kleine dorpjes aan het water, maar ook megasteden langs de snelweg. De eerste nacht zetten we onze tent op iemands binnenplaatjes, en de volgende avond vonden we onderdak in een soort opslagplaats voor een winkeltje. De mensen hier waren helemaal enthousiast dat ze buitenlanders te gast hadden, dus namen ze ons mee achterop de motor om ons de stad te laten zien. We dronken Vietnamees bier, en het is hier heel normaal om elke minuut te proosten en heel hard iets van jogjaaa te zeggen (proost). Rond middernacht wilden ze ons nog meenemen naar de karaokebar, maar toen moesten we echt gaan slapen, want onze wekker gaat hier telkens om half zes haha.

Bootjes in de baai
Floating village in de Mekongmonding
Uitmonding van de Mekong
Megabrug over de Mekong
Local restaurantje
Ho Chi Minh is een dikke miljoenenstad, met een paar miljoen motors, en het verkeer is het beste te omschrijven als een complete chaos waarin iedereen precies lijkt te weten wat hij doet. Om hier doorheen te fietsen, moet je gewoon links en rechts en voor en achter je kijken, en vooral niet van richting veranderen, dan komt het allemaal goed. We raken al aardig gewend aan de Aziatische rijstijl, zonder ongelukken tot nu toe, alleen een paar bijna-dood ervaringen wanneer iemand je keihard afsnijdt ofzoiets.
In Ho Chi Minh verbleven we in een appartement in de villawijk van alle buitenlanders die hier wonen. We hadden weer een adresje gevonden van een man op Warmshowers, die zelf op vakantie was, maar wij mochten wel een paar dagen in zijn luxe appartement logeren. 
We keken hoe iedereen hier Chinese New Year vierde, relaxeden in het zwembad op het dakterras en kookten ons eigen eten, best wel lekker om weer een keer aardappels in plaats van rijst te eten.

Streetfood
Chinese New Year
Zwembad op het dakterras van het appartement
We lieten de drukte van Ho Chi Minh achter, en sloegen een klein weggetje in naar een natuurpark (Cattien). Er was hier bijna geen verkeer, en we fietsten middenin de natuur. 's Avonds kampeerden we weer in iemands achtertuin, en de volgende ochtend wilden we het park binnenfietsen. Dit was helaas de verkeerde ingang, want toeristen mogen maar via één weg naar binnen, dus moesten we tot onze frustratie weer een stuk terugfietsen. We namen een nog kleinere weg, wat gewoon een zandpad tussen allerlei fruitplantages was. We verdwaalden een paar keer, onze GPS gaf ook aan dat we in de middle of nowhere waren, maar uiteindelijk kwamen we wonder boven wonder aan in Cattien.

Zonsondergang in de straat
In the Middle of Nowhere!
Hout versjouwen 
Cadeautje van de mangoboer waar we de weg aan vroegen
Bananenplantages
In Cattien sliepen we in een supermooie bamboohut langs de rivier. 's Avonds zat iedereen in de mainhut aan het water, en het was heel gezellig om samen met andere toeristen te eten en reiservaringen uit te wisselen. In het park zitten veel vogels, en we kwamen veel vogelspotters tegen. We waren een beetje bevooroordeeld en dachten dat dit suffe oude mensen met verrekijkers waren, maar het waren eigenlijk hele aardige jonge mensen en het klonk eigenlijk best wel interessant hoe ze de hele wereld over reizen op zoek naar de bijzondere vogels die ze nog niet hebben gezien, en dan de hele dag in camouflage outfit in de struiken zitten te wachten. We hebben zelf ook nog een vogel gespot en verder een beetje rondgelopen door het park.

Cattien natuurpark
Ochtend aan de rivier
De Mainhut met hangmat
Hornbill die we gespot hebben
Vanaf Ho Chi Minh werd het ons al duidelijk dat Vietnam niet bepaald plat is, en nu gingen we echt de bergen in. We fietsten de hele dag door de bergen en maakten een paar flinke klimmen, na een uur fietsen werden we helemaal omringd door bergen. Het ging al een stukje makkelijker dan onze eerste berg in Indonesië, maar het blijft natuurlijk best zwaar om in de hitte een berg te beklimmen terwijl je vijftien kilo bagage met je meesleept. Gelukkig was het uitzicht wel de moeite waard!

Douchen in de regen
Theepauze in een hangmat café onderweg
Nu zijn we aangekomen in Dalat, een oude franse stad tussen de bergen. Hier zijn we nog een berg op gewandeld om nog meer van het uitzicht te genieten, en nu hebben we een dagje de tijd om uit te rusten, koffie te drinken en ons voor te bereiden op de volgende tocht door de bergen richting Laos.

Ons uitzicht over de bergen
Dalat
Jullie horen weer van ons in Laos, kusjes Bird en Larissa!





1 opmerking:

  1. Wat een prachtige reis. Genieten jullie er nog van? Of wordt het al gewoon ;-) Een veilige reis verder. Ik wacht nu al op de volgende update! X Lydia

    BeantwoordenVerwijderen

Laat hier een reactie achter!