zondag 8 december 2013

Terug in Indonesië- Bali, Lombok & Gili




En het is weer tijd voor een update uit Azië! 
Na een week in het regenachtige Maleisië kregen we een beetje heimwee naar Indonesië, dus boekten we snel een goedkope vlucht terug en een paar dagen later stonden we op Bali airport, zonder fiets, want die lieten we achter in Melakka. Dit betekende een maand lang vakantie vieren en genieten van een lui leventje met veel strand, snorkelen, surfen, bintang biertjes en aapjes kijken. 

We kwamen laat aan in Kuta, Bali, een soort partyplek aan het strand, en het werd ons al meteen duidelijk dat we in een totaal andere wereld van Indonesië terecht waren gekomen. Overal liepen dronken toeristen tussen alle nachtclubs, en er werd constant aan ons gevraagd of we wiet, XTC of magic mushrooms wilden kopen. Dat hoefden we niet, we wilden alleen maar een guesthouse haha. 

We waren naar Bali gekomen met het idee om te leren surfen, want dit schijnt één van de beste plekken ter wereld daar voor te zijn. We raakte aan de praat met een jongen die surfboards verhuurde, en de volgende ochtend liepen we langs alle toeristenkraampjes naar het strand voor onze eerste surfles. De zee ligt hier echt helemaal vol met surfers en toeristen die het willen leren, en wij besloten het ook te proberen. Na een korte uitleg op het strand gingen we meteen de zee in om onze eerste golven te pakken. Bird had het (natuurlijk) meteen onder de knie, terwijl Larissa eerst tien keer van haar surfboard af flikkerde, maar uiteindelijk lukte het ons allebei haha.

Strand vol surfers
Bird pakt zijn eerste golven!
We besloten eerst nog wat rond te reizen, om hier daarna terug te komen en zo lang te surfen als we wilden en konden met ons visum. 
We verlieten Kuta en namen een busje naar Ubud, een oud stadje tussen de rijstvelden. Hier is een heilige monkeytemple vol met agressieve en jattende apen, die al meteen onze waterfles stolen. Een andere dag liepen we een stukje naar boven om te lunchen in een soort grote tent met uitzicht over alle rijstvelden. Dit was echt een heel andere stad dan Kuta, in plaats van dronken vakantiegangers liepen hier vooral yoga-hippies, die hier massaal naar toe stroomden na het succes van eat pray love, dat zich hier ook afspeelt.

Monkey tempel in Ubud



lunchen tussen de rijstvelden
Allerlei soorten koffie uitproberen, waaronder de duurste koffie ter wereld (Koffie Luwak, gemaakt van kattenpoep)
Luwak-kat, die ervoor zorgt dat de koffie zo duur is (http://www.simonlevelt.nl/landen/meer-weten-over-koffie/landen/indonesie/kopi-luwak)
Vanuit Ubud reisden we naar Lovina, een strandje waar alle toeristen maar om één reden naar toe gaan, dolfijnen spotten. Dat weten ze hier ook heel goed, dus toen we aankwamen werden we al meteen gepushed om zo'n dolfijnentoer te doen. Zonder die dolfijnen zou hier geen hond komen, en dus ook geen inkomsten, vandaar dat ze een enorm dolfijnenstandbeeld hebben opgericht. 
In de ochtend, nog voor de zon opkwam, zaten we in een klein bootje. Net als ongeveer honderd andere toeristen volgens mij, want de hele zee lag er vol mee. Zodra de eerste dolfijnen in zicht waren, sprintten al die bootjes er naartoe en vervolgens waren die dolfijnen weer verdwenen. Dan kwamen ze even later weer ergens anders op en racete iedereen daar weer heen. Zo ging dat een tijdje door, en toen hadden we wel genoeg dolfijnen gezien.
Met een andere boot vaarden we naar een eiland om te snorkelen en zagen we allerlei grote vissen, nemo-visjes enzovoorts. Hier hebben we helaas geen foto's van, omdat onze waterdichte camera crashte toen er toch water in kwam haha.


De eerste dolfijnen
We namen weer een busje naar de andere kant van het eiland (reizen met een busje is trouwens wel heel anders dan met de fiets), waar we in de blue lagoon bay gingen zwemmen. Hier maakten we meteen vrienden, Wajang, een oude man kwam bij ons zitten. Hij verkoopt massages en zelfgemaakte kokosolie en vindt het leuk om zijn engels een beetje te oefenen.
In de avond dronken we een biertje aan de bar en raakten we aan de praat met een Nederlandse Indonesiër. Hij was hier op vakantie voor een paar weken en liet foto's zien van wat hij allemaal had gedaan. Zo hoorden we over een trekking op Lombok, het eiland naast Bali. Vanaf de foto's leek het ons ook wel wat, en we hadden nog geen duidelijke plannen, dus besloten we om diezelfde trekking te boeken. De man had hier nog een broertje die een goed prijsje voor ons regelde, en de volgende dag zaten we op de boot richting Lombok.

In Senaru, een stadje aan de onderkant van de berg, leenden we wat warme spullen en schoenen, want die hadden we natuurlijk allemaal achter gelaten in Maleisië. Hier was het echt veel minder toeristisch dan op Bali, er waren ongeveer drie hotels en twee restaurants. 's nachts viel alle stroom uit en liepen we in het pikdonker terug naar ons guesthouse. 
's Ochtends werden we opgehaald door onze gids en een andere Nederlandse jongen met wie we de trekking gingen doen. We zouden in drie dagen naar de top van Gunung Rinjani lopen, op 3726 meter, en onderweg een vulkaankrater met een meer en een minivulkaan zien. 
Het was echt supermooi en superzwaar tegelijk, meestal was er niet echt een pad en als dat er wel was, was dat meestal één meter breed met een dikke afgrond ernaast. We liepen de hele dag door en in de avond zetten we ons tentje op aan de rand van de krater. 
De volgende dag zwommen we in het ijskoude meer van de vulkaan, en daarna liepen we verder naar twee hotsprings, watervallen die verhit worden door de vulkaan. 
De laatste dag stonden we op om drie uur 's nachts en liepen we tot de zonsopkomst met onze koplampen naar de top van Rinjani. Hier was er helemaal niet meer van een pad te spreken, het was gewoon een steile helling vol met grint, zodat je elke paar stappen weer een stukje naar beneden zakte. Dus toen we eindelijk op de top stonden, waren we echt superblij! 

Bird zat letterlijk in de wolken
Onze porter zat ook in de wolken
Eindpunt van de eerste dag, de krater met minivulkaan in het meer

Zonsopkomst
kamperen
Zonsondergang
De top gehaald!
Na deze zware trekking was het weer tijd voor een beetje zon,zee en strand op de Gili-eilandjes. Het water was zo blauw als maar kon, overdag lagen we op het witte strand en 's avonds aten we verse vis uit de zee, helemaal niet verkeerd dus!

Verse lime-juice op het strand drinken
Ons avondeten
Terug in Kuta huurden we een appartementje en surfboards en gingen we elke dag naar het strand om te surfen en bruin te bakken in de zon. Na al dit vakantie vieren was ons visum weer verlopen en boekten we een vlucht terug naar Maleisië. 

Bird surft op een kleiner board
Larissa pakt ook wat golfjes
Kuta Beach
Strandverkopers
Hopelijk hebben we jullie in het koude natte Nederland niet jaloers gemaakt!
Tot snel en kusjes Bird & Larissa

donderdag 14 november 2013

Maleisië


Het is alweer een tijdje geleden, maar hier hebben we weer een verhaal om jullie een beetje op de hoogte te houden!

Zoals we schreven in ons vorige verslag waren we van plan om de boot naar Maleisië te nemen. Vanuit Medan ging die niet meer, dus moesten we paar honderd kilometer omlaag fietsen naan een klein haven stadje (Tanjungbalai). Daar vonden we een kleine ticket office voor de ferry, waarvan de man ons uitnodigde om bij hem thuis te slapen. Na alles geregeld te hebben om de volgende dag weg te kunnen, bleek dat de boot niet vaarde vanwege een of andere islamitische feestdag. Dus brachten we nog een extra dag door met de man zijn vrouw en de bewaker. Hij vertelde ons van alles over Indonesië en hoe je iets onmogelijk tot mogelijk kan maken als je geld hebt. zo mochten wij onze fiets  tegen de regel meenemen door wat extra Rupiah onder de tafel door te schuiven. deze vriendelijke behulpzame en zeker veel rokende man (5 pakjes per dag), hielp ons graag maar lustte aan het einde van de dag wel graag een paar biertjes op onze kosten.

Aangekomen in Maleisië

Aangekomen in Maleisië merkten we meteen op dat hier heel anders gaat dan Indonesië. Regel hier in Maleisië is gewoon regel, maakt niet uit hoeveel geld je hebt. Toen we van de boot afstapten werden we meteen in rechte rijen opgesteld en moesten we een voor een onze paspoorten laten zien aan een gewapende beveiliging. gelukkig gingen we zonder problemen de douane door. Met een nieuwe stempel. 
WELCOME TO MALAYSIA!!!

We kwamen aan het einde van de dag aan in het haven stadje (Port Clang), Dus hadden wij niet meteen onze weg kunnen vervolgen naar de hoofdstad (Kuala Lumpur). Dat deden we de volgende ochtend, maar het bleek dat Lars ziek was geworden van het de Roti van de avond ervoor. dus moesten wij wat extra kots pauzes inlasten. maar uiteindelijk kwamen we er wel.

Petronas towers

De was doen.

In Kuala Lumpur kon Lars uitrusten en weer beter worden. Maar gelukkig viel het allemaal mee want de volgende ochtend was ze weer de oude. Voor Kuala Lumpur hadden we niet echt wilde plannen, dus het enige wat we hebben gezien zijn de beroemde Petronas towers. voor de rest hebben we rond gelopen door chinatown en gewoon wat praktische dingen gedaan.

Na een paar dagen Kuala Lumpur wilden we de stad weer verlaten maar dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn, zeg maar gerust een hel. de weg waar we op fietsten leek wel op de Nederlandse snelweg. de auto's raceten langs ons heen. Verkeersborden waren ook niet erg duidelijk en naar de eerste klaverbladeren waren al verdwaald, zo ging het drie vier uur lang. Na veel frustratie hadden we maar ons kompas bij gepakt en als maar richting zuid gefietst. Onze conclusie: Grote stad inkomen is makkelijk maar uit is dus een hel!!!

Verboden te fietsen.


Als je eenmaal de stad uit bent is stukje relaxer fietsen, dan zijn de wegen wat smaller,minder verkeer en meer leuke uitzichten.

Mooie stukje natuur onderweg.

Pauze houden op strandje.


Laksa (Maleise noedelsoep)

Popiah 

Echte koffie na een lange tijd.

Vanuit Kuala Lumpur gingen we naar Melaka want daar hadden we een missie. Want in Medan (Noord Sumatra) hadden we iemand ontmoet die de sleutel van haar guesthouse per ongeluk had mee genomen. De sleutel gingen we terug brengen en de eigenaar was super blij. 
In Malaka is een mengeling van verschillende culturen. Vroeger was het een belangrijke handels stad. De stad is in bezit geweest van heel veel landen, onder andere  Nederland. Aan de gebouwen, eten en mensen kun je nog steeds zien dat het een culturen mix is.

Malaka

Je hebt hier Maleisiërs,...

Indiers...

En chinezen.




Lokale winkel.



Vanaf Malaka hadden we nog niet echt een plan, Maar het leek ons leuk om weer terug te gaan naar Indonesië en het andere gedeelte te zien.
Dus hebben we een goed koop ticket naar Bali geboekt. de fietsen hebben we even achter gelaten, want het was een hele gedoe om het mee te nemen. 
Daar zijn we nu, dus daar hoor je nog meer over.

Kusjes, Bird en Larissa!







zondag 20 oktober 2013

Lake Toba tot de grensovergang -1453 km



Hallo mensen, hier zijn we weer met een nieuwe update!

Na ons vorige verslag zijn we van het mooie Lake Toba vertrokken om een uitdagende omweg door de bergen naar Medan, een grote havenstad, te fietsen. Uitdagend was het zeker haha! We zijn onder andere tot de conclusie gekomen dat vijf kilometer bergopwaarts nog zwaarder is dan 100 kilometer in Nederland, maar eind goed al goed; na veel zweten, vloeken, doorbijten en noem maar op, zijn we toch in Medan aangekomen.

Lake Toba, het grootste meer in de krater van een vulkaan die eigenlijk elk moment nog kan uitbarsten, verlieten we in de ochtend. Het meer is omringd door bergen, dus de enige manier om hier weg te komen is over een slingerende, steile weg omhoog. De omgeving hier was echt supermooi, overal waren kleine dorpjes, supermooie uitzichten en bijna geen verkeer. Na hier vijftig kilometer van te genieten, werden we getrakteerd op een zware beproeving; een 2157m hoge berg, die je je als onervaren fietser niet kan voorstellen. Onze fietstassen leken extra zwaar en met een slakkengang van ongeveer vijf kilometer per uur klommen we hijgend naar boven. Na een paar uur kwam pas een einde aan deze eindeloze weg, en toen was het tijd om een kampeerplek te zoeken. Het was al donker geworden en vanuit de jungle hoorden we vreemde geluiden, dus dat was niet echt een optie. Uiteindelijk hebben we bij iemand aangeklopt en daar in de voortuin onze tent opgezet. 

Jongen brengt zijn waterbuffel naar een rijstveld.

Uitzicht halverwege de berg
De volgende ochtend vertrokken we bij zonsopkomst en raceten we wat bergafwaarts. In dit afgelegen deel van Indonesië komen overduidelijk weinig toeristen en in elk dorpje werd door iedereen "helloooo misteeeeeeer" naar ons geroepen. Als we dachten dat we de hoogste berg gehad hadden, hadden we dat mooi verkeerd gedacht. Tegen het einde van de dag stond ons nog zo'n hel van een berg te wachten. Ergens halverwege zaten we er een beetje doorheen, en juist op dat moment kwam er een motorriksja voorbijrijden. Hij lachte om die gekke buitenlanders die hier gingen fietsen, en nam ons mee op zijn karretje. Éen fiets werd met een soort rubber vastgebonden aan zijn zijspan, alle tassen werden erin gegooid, Larissa klom achterop de motor en Bird hield zich fietsend vast aan de andere zijkant van de kar. De laatste steile kilometers naar de top gingen zo wel iets gemakkelijker en als dank boden we de man wat te drinken aan. Vanaf daar zochten we weer naar een geschikte kampeerplek, en zo makkelijk is dat hier nog niet te vinden. Deze keer mochten we onze tent opzetten op de cacao- en fruitplantage van een vriendelijke familie. Vanaf daar hadden we een supermooi uitzicht over alle heuvels, en Sibayak, een grote vulkaan. 

Mie Goreng bij een straatrestaurantje

Straatrestaurantje

Met al onze bagage en fietsen worden we gered door een riksja

Uitzicht in de ochtend, Sibayak

Tent opgezet



Nog twee dagen fietsen later kwamen we aan in Medan, een grote stad aan de kust. Hier konden we eindelijk een douche nemen en onze kleren wassen. Vanuit hier gingen we zonder fiets deze keer richting een dorpje aan de rand van de jungle (Bukit Lawang). 

Stadsverkeer (Medan)

Lokaal eten, een soort dikke pannekoek met kokos, banaan en pinda

Teh Manis Dingin (zoete ijsthee)
Voor een paar dagen zaten we in de jungle, op zoek naar wilde Orang Oetangs! Dit is één van de laatste plekken waar ze nog in het wild leven, doordat grote stukken jungle worden gekapt voor grote palmolieplantages. Na een tijdje lopen over modderige bospaadjes, zagen we onze eerste man uit het bos (orang oetang). Echt een supertoffe ervaring om ze van zo dicht bij te kunnen zien! Ééntje kwam zelfs naar beneden geklommen, omdat hij rook dat een van onze gidsen nasi goreng in zijn rugzak had zitten. Een andere gids leidde ons een stukje een andere kant op, want een Orang Oetang in het nauw kan rare sprongen maken, en je weet nooit of je met een agressieve te maken hebt.
Buiten de orangoetangs genoten we gewoon een beetje van de natuur tijdens onze trekking en zagen we nog wat ander apen, vogels, veel verschillende soorten planten en insecten, uitzichten, watervallen en noem maar op. We sliepen in een tentenkamp aan een soort wildwaterrivier, waarover we de volgende dag terug gingen raften in grote autobanden.

Onze altijd lachende gids

Aapjes kijken

Tomas Leaf monkey

Orang Oetang met baby

Makaak

luch (nasi goreng)
Gibbon

Betelnut

Giant ant


Bergopwaarts



Opfrissen in een beekje

Bij de rivier

Stenentoren bouwen
Cliffjumping

Zwemmen in waterval

Terug in Medan zetten we onze fietstocht voort. Na een paar dagen bereiken we een havenstadje (Tanjungbalai) waarvandaan we de boot naar Maleisië nemen. 

Moskee in Medan

Motorriksja, een keer wat anders dan de fiets!

Wordt vervolgd in Maleisië!

Bird & Larissa