zaterdag 29 maart 2014

Van Dalat naar Champasak - 5650 km


Sabaidee! 

De afgelopen weken hebben we weer veel gefietst, onze conditie getest in de Vietnamese bergen, mooie plaatsen bezocht en natuurlijk ook een beetje in een hangmat gehangen om weer uit te rusten van al onze avonturen. Ondertussen zijn we via zandweggetjes, bergroutes en grindpaden Cambodja weer overgestoken en al aangekomen in Laos, een land wat op de kaart staat aangegeven als één grote vlek met bergtoppen.

Onze bergavonturen begonnen al in Dalat, het stadje van ons vorige verslag. Na een flinke klim hiernaartoe beseften we hoeveel bagage we eigenlijk bij ons hadden en besloten we om onze fiets een flink stuk lichter te maken. We kieperden onze fietstassen ondersteboven, stuurden wat dingen op naar huis en gooiden ongeveer de helft weg, zodat we nu allebei alleen nog maar met achtertassen fietsen, en dat scheelt een stuk! Vanuit Dalat raceten we door de bergen, ongeveer totdat de wegwerkzaamheden begonnen en het gladde asfalt veranderde in een soort grindpad. 
Het fietsen ging iets moeilijker, maar het uitzicht werd wel steeds mooier en toen we aan onze afdaling konden beginnen was het helemaal mooi, met bergen zover als je kon kijken,  en bijna geen enkel verkeer. We rolden een tijdje naar beneden over 10 procent afdalingen en hadden echt het gevoel dat we midden in een natuurpark fietsten ofzoiets. 
Het was wel een beetje vreemd dat we niet echt meer in de bewoonde wereld waren, want we konden nu ook niets te eten vinden, maargoed, waarschijnlijk nog een paar kilometer naar beneden rijden en dan was er vast weer een stad- hier in Azië zijn overal mensen.
Dus we reden naar beneden en beneden en beneden en nog verder naar beneden, alles wat we in de afgelopen dagen hadden geklommen reden we weer naar beneden, en toen...

Pakketje met overbodige spullen opsturen

Floating village in een bergmeer
Hoog tussen de bergen, ongeveer 2000 m
En toen..
Was er toen opeens, geen stad, of dorp, zelfs niet een paar huizen, maar alleen een dikke berg die letterlijk in de weg lag. We konden er niet omheen, niet overheen, niet onderdoor, zelfs niet doorheen. De weg stopte opeens en de enige mogelijkheid was om al die tien procent hellingen weer terug op te fietsen. Toen begonnen we een beetje te stressen, want tegen de tijd dat we weer in de bewoonde wereld boven zouden zijn, was het allang donker en ook begonnen we nu echt goed honger te krijgen. Het vooruitzicht van ergens langs de lange weg omhoog kamperen zonder eten, was ook niet echt goed voor ons humeur en vloekend begonnen we terug te fietsen.

Yes, de weg houdt hier gewoon op
Na een stukje fietsen zagen we plotseling een zandweggetje naar beneden lopen, en in plaats van helemaal terug naar Dalat te gaan, besloten we om te kijken wat hier beneden was. Na een paadje dat ongeveer loodrecht naar beneden ging, kwamen we aan bij een miniscuul dorpje aan een rivier. Eigenlijk waren het vier bamboohutjes en iedereen keek ons aan of we gek waren toen we de weg probeerden te vragen. Maargoed, er was een nog kleiner pad langs de rivier. De weg was de slechtste tot nu toe, we trokken onze fiets door de modder en duwden het over supersteile hellingen, en een half uur voor de zon onderging was er nog steeds geen teken van de bewoonde wereld. 
Onze magen rammelden en we begonnen nu echt wanhopig te worden, want we hadden ook geen idee waar dit zandpad ons heen zou leiden (niks hiervan stond natuurlijk op onze kaart of GPS aangegeven). Wat eerst zo mooi was, werd nu langzaam een nachtmerrie. 
En opeens kwam daar onze redding, een truck wilde ons inhalen en de chauffeurs zwaaiden vrolijk naar ons of we onze fiets achterin wilden doen. We kregen een lift aangeboden naar de eerstvolgende stad (die nog twee uur rijden was, bleek achteraf), en opgelucht stapten we bij ze in. We werden afgezet bij een restaurant waar we te eten kregen van een supervriendelijke man, die ons ook naar een slaapplek bracht. Eind goed al goed, en het was in elk geval een originele valentijn! 

De volgende dag reden we 140 km naar Buon Ma Tout, een grote stad, en dat ging allemaal zonder problemen, dus om te vieren dat we de bergen bijna uit waren (dachten we), trakteerden we onszelf op een portie KFC. Het heeft ongeveer drie kippenlevens gekost die avond, en Bird was weer blij. 

Vanaf Buon Ma Tout hadden we een route bedacht om via 
Cambodja de grens over te steken naar Laos, dus we zouden nog twee dagen door Vietnam fietsen over een kleinere weg vlak langs de grens met Cambodja. 
We fietsten de hele dag langs kleine Vietnamese dorpjes en door (platgebrande) bossen, en aan het einde van de dag kwamen we aan in een klein dorpje. We passeerden een bordje 'border zone', maar dachten daar verder niet zo veel overna en fietsten vrolijk verder. Toen de zon onderging, wilden we onze tent opzetten en vroegen we aan een paar dorpsbewoners of dat hier mocht. Ze reageerden een beetje vreemd (maar dat zijn we ondertussen ook wel gewend, want de mensen hier zien natuurlijk niet zo vaak toeristen en ze kijken ons soms aan alsof we een soort aliens zijn). Ze maakten ons duidelijk dat we moesten wachten, en het hele dorp stond ondertussen al om ons heen ons aan te gapen, en toen kwam er een man van de borderpolice op zijn motor naar ons toe. Hij keek lang naar onze paspoorten en maakte wat notities in zijn boekje (geen flauw idee waarom), letterlijk alles werd gekopieerd en na een half uur ongemakkelijk tussen alle mensen wachten vertelde hij ons dat we hier weg moesten. Omdat dit dus een lokale 'border zone' was, mochten buitenlanders hier niet komen en al helemaal niet slapen. Hij stuurde ons terug naar een weg waar iets van een guesthouse zou moeten zijn. Ondertussen was het al pikdonker geworden, en nu werden we opeens geëscorteerd door twee motors naar een ander dorpje 15 kilometer terug, buiten de borderzone. We fietsen over een of ander hobbelig bospaadje naar een iets grotere weg, en opeens waren de motorrijders verdwenen. Nu hadden we helemaal geen idee weer waar we waren, maar we besloten door te fietsen en zagen uiteindelijk weer een paar huizen. Daar vonden we iets wat op een restaurant leek, en probeerden we een slaapplek te vinden. Terwijl we zaten te eten, kwamen er steeds meer mensen bij ons zitten, en een paar mensen in uniform die ons paspoort weer wilden bekijken, en weer elke letter aan ons voorlazen. Ze begrepen eigenlijk niet zo goed waar we heen wilden (de kaart die we ze lieten zien begonnen ze ook voor te lezen), maar ze zeiden wel dat we hier niet mochten zijn. Het begon een beetje ongemakkelijk en frustrerend te worden met alle vietnamese mannetjes die onze namen en lengte letter voor letter voorlazen, en niemand leek te begrijpen dat we een slaapplek zochten en dat we morgen de grens over wilden steken. Een paar uur zaten we daar zonder idee wat er ging gebeuren, en opeens bood iemand ons een bed aan in zijn motorwerkplaats. Ondanks dat de politie (of wat het ook was in uniform) ons paspoort tot de volgende ochtend wilde houden, namen we het aanbod meteen aan. 

De volgende ochtend stonden er weer een paar mensen voor onze tent, waaronder gelukkig de politie met onze paspoorten. We konden natuurlijk niet weggaan zonder eerst uitgebreid koffie te drinken en daarna te ontbijten met het halve dorp. Larissa werd bijna uitgehuwelijkt, en na nog een paar uur luisteren naar hoe ze elke stad op onze kaart voorlazen, vonden we het wel tijd om te gaan.
We kregen een zelfgetekende plattegrond van de hoofdofficier, die ons duidelijk maakte dat we weer helemaal terug moesten fietsen naar Buon Ma Tout om dan over de highway door de bergen richting cambodja te gaan. Het was in elk geval verboden om door dit border gebied te fietsen.
We knikten ja, nee, we zullen niet door het bordergebied fietsen, maar besloten om gewoon een andere kleine weg te nemen iets verder terug. 

Deze kleine weg was ook weer een avontuur met grindpaden door de bergen, een rivier die we over moesten steken en natuurlijk ook een supermooie omgeving. Aan het einde van de dag waren we superblij met een douche in ons guesthouse, en onderweg lieten we ook nog even onze fietsen schoonspuiten. Met een fiets die er weer als nieuw uitzag, reden we de volgende dag onze laatste kilometers tot de grens.

Door het water fietsen
Mooie rotsen
Zandweggetje binnendoor 
Onze fietsen eindelijk weer schoon!
BanXeo, een soort pannenkoek die je zelf moet vullen en oprollen
Oud kerkje langs de weg
We staken weer de grens over naar Cambodja en fietsten over de laatste heuvels richting de grens met Laos. Hier merkten we dat de zomer eraan komt, overdag zweet je je kapot en 's avonds is het eigenlijk ook nog te warm om in een tent te slapen. Het landschap is ook superdroog en stoffig, maar wel mooi om te zien.

Zulke huisjes zie je hier overal
Landschap in Cambodja
Overstekende zwijnen
Verlaten weg
Mangosteen, superlekker fruit
Lekker zitten op een verlaten weg
Een paar stempels meer, en een paar dollars minder, kwamen we aan in Laos.
We fietsten een dagje en strandden toen in een paradijs, waar we de komende tien dagen niet van konden vertrekken. De Mekong rivier is hier zo breed, dat er in het midden allemaal eilanden liggen (4000 eilanden), allemaal supergroen en relaxed, en het was hier makkelijk om onze dagen te vullen met niks doen, liggen in een hangmat of zwemband, smoothies drinken in een hippie-cafeetje en gewoon genieten van de zonsondergang met een Lao biertje.
Toevallig was Larissa's nichtje hier ook, dus daar hebben we een paar dagen mee opgetrokken. En net toen zij weer verder reisde, kwam Lisa aan; supergrappig om weer wat bekende nederlandse gezichten te zien.

We hebben niet compleet niks gedaan, maar ook over een ander eiland gefietst, watervallen gespot, en gekayakt over de mekong. Terwijl we aan het peddelen waren tussen alle kleine eilandjes, zagen we opeens een groep dolfijnen. 

Grensovergang Cambodja naar Laos
4000 eilanden
Biertje drinken in het paradijs
Larissa en Hannah
Verkoper van emmers
Kindjes zwemmen in de Mekong
Waterval
Toen we het wel weer tijd vonden om verder te fietsen, nodigde de eigenaar van ons guesthouse ons uit voor een groot feest, en dat aanbod sloegen we natuurlijk niet af. Het was een traditioneel feest om overleden ouders te eren, en het werd echt groot aangepakt. De dagen ervoor was iedereen al druk bezig met de voorbereidingen, en op de dag zelf was er buiten een soort gigantische keuken opgebouwd om te koken voor de  gasten die zouden komen. 's Ochtends om zes uur zou het feest beginnen met een ceremonie die door monniken gehouden zou worden; uiteindelijk kwamen ze pas aan het einde van de middag aanvaren in kleine bootjes, maar het was wel interessant om te zien hoe zoiets gaat. Behalve de ceremonie konden we de hele dag eten, en in de avond begonnen er twee bands te spelen en was het tijd om bier te drinken. Rond vier uur in de nacht trad de band nog steeds op (naast onze slaapkamer trouwens) en zaten er nog steeds mensen te dansen (mensen dansen hier letterlijk zittend). De volgende ochtend vroeg sloeg de gong alweer en werden we wakker gemaakt door biddende monniken. 

We zijn erachter gekomen dat het steeds moeilijker wordt om ergens weg te gaan, vooral als je ergens langer blijft, maargoed, nu was het weer tijd om te gaan, dus stapten we met slaperige oogjes op onze fiets.
Voorbereidingen voor het feest

Mandjes voor Sticky Rice 
Jongetje bij een Moneytree, een kado voor de monniken 
Ceremonie
Traditionele muziek op het feest
Onze volgende bestemming was Champasak, een klein dorpje aan de Mekong 140 km verderop.  Hier bezochten we nog een oude Khmer-tempel (of de paar stenen die daar van over zijn gebleven), die gelukkig een stukje rustiger was dan de Ankor Wat.

Mekong oversteken naar Champasak
Bootjes voor Champasak
Oude bomen
Khmer tempel
Kindjes spelen in een grot bij de tempel
Hiervandaan fietsten we verder richting het noorden van Laos, jullie horen wel weer hoe het daar is!

Adios en kusjes voor iedereen in Nederland,

Bird en Larissa

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat hier een reactie achter!